Overheidscommunicatie tussen 1995 en 2010

De moeizame slag om het publiek vertrouwen
 

"Diep in mijn hart heb ik me altijd een verslaggever gevoeld"

Eef Brouwers (1939-2018)

“Onder Kok veranderde de wereld. De aanval op het World Trade Centre in New York op 9 september 2001 en de moord op Pim Fortuyn op 6 mei 2002, de dreiging van terrorisme werd reëel. Herinner me dat leden van het kabinet bij de uitvaartdienst van Fortuyn in Rotterdam met samengeknepen billen in de kerk zaten. Dat was tot die tijd onbekend. Informeel over straat gaan en een pilsje drinken op het Plein is er sindsdien voor bewindslieden niet meer bij.”

“Zat goed bij Philips toen ik werd benaderd voor de functie bij de RVD, al ruim 12 jaar. Had daar als directeur Voorlichting bij Philips Internationaal een internationale functie. Maar ook met een heel duidelijk Nederlands karakter. Kwam nog eens ergens. Daarnaast ervaarde ik Philips als een familiebedrijf, zoals het nieuwsblad van het Noorden, destijds eigendom van de familie Hazewinkel, waar ik eerder had gewerkt. Had daar dus nog jaren kunnen blijven.”

“Diep in mijn hart heb ik me altijd een verslaggever gevoeld. Als die over straat loopt, valt hem altijd wat op. Waar dat vandaan komt, kan ik niet zo een-twee-drie zeggen. Heb er in boeken over gelezen en dat leek me wel wat. Misschien komt het ook door mijn vader, een rasverteller. Klasgenoten van de lagere school, later ook schoolgenoten van de Rijks-HBS in Groningen, de oudste van het land, kwamen graag bij mij thuis huiswerk maken in de hoop dat mijn vader vroeg thuis kwam. En dan zou gaan vertellen.”

Radio Minjon

Kwam al vroeg bij radio Minjon, de Miniatuur Jeugd Omroep Nederland van de AVRO, die onder leiding stond van Herman Broekhuizen. Daar ontmoette ik onder andere Joop van Zijl, met wie ik later bij het NOS Journaal heb samengewerkt. Na de HBS ben ik gaan werken bij de Regionale Omroep Noord en Oost. Ruim 25 jaar heb ik in de journalistiek gezeten. In de sportjournalistiek, in de algemene verslaggeving, op verschillende plaatsen, zowel bij de omroep – RONO, AVRO, NOS - als in de schrijvende journalistiek - Nieuwe Provinciale Groninger Courant, Utrechts Nieuwsblad. Eind jaren zeventig werd ik adjunct-hoofdredacteur bij het Dagblad van het Noorden, waar ik Ger Vaders later ben opgevolgd als hoofdredacteur. Vaders, die bekend is geworden van de treinkaping in het Drentse Wijster. In 1983 maakte ik de overstap naar Philips.”

Een onverwacht telefoontje

 “Toen het telefoontje van Hans van der Voet geheel onverwacht kwam eind 1994, voelde ik een uitdaging. Bij de RVD zou ik een kans krijgen kennis te nemen van de achterkant van veel aangelegenheden, van kabinet en Koninklijk Huis. Als journalist sta je altijd wel aan de voordeur klaar met je ballpoint of je microfoon om direct de opmerkingen van mensen op te vangen, maar wat er zich werkelijk achter die deur had afgespeeld, daar was je toch niet bij. Hoe gaat het spel, hoe gaat het tussen Koningin en ministers van het kabinet? Dat heb ik later aardig onder de knie gekregen.”

“Op het telefoontje volgden gesprekken met de minister-president en de Koningin. Die kende ik wel een beetje van staatsbezoeken, waar ik mee ben geweest. En zij zullen ook wel eens naar het Journaal hebben gekeken. Desondanks bleef het voor mij een moeilijke beslissing. Werd uitgenodigd om naar Cannes te komen om Kok te spreken, waar hij was voor een EU-top. Trof hem op een terras aan het strand met enkele andere ministers en ambtenaren, jasjes uit, glazen op tafel. Die ontspannen sfeer verraste me wel.”

 “Het was even wennen. Met Wim Kok was het overigens niet moeilijk, hij had een geweldige ervaring als minister opgedaan op het ministerie van Financiën. Had veel geleerd van Ruud Lubbers, met wie hij naar eigen zeggen schitterend had samengewerkt. Daarnaast trof ik bij de VoRa Fred Volmer als zeer ervaren secretaris en ook Jaap van der Ploeg, een oud-collega van het Journaal en toen RVD-directeur onder hoofddirecteur Hans van der Voet. Die zei: ik blijf nog even zitten, want het is hier een heel andere wereld. Dat heb ik zeer gewaardeerd. Na zijn overstap naar Philips in 1998 heb ik weer Gerard van der Wulp benaderd, de oud-hoofdredacteur van het Journaal en op dat moment correspondent in Washington.”

Koninklijk Huis

“Er speelde veel in Den Haag. Maar mijn aandacht werd in belangrijke mate opgeëist door zaken rondom het Koninklijk Huis. De zonen van de Koningin en van prinses Margriet kregen de een na de ander kennis aan mogelijke huwelijkskandidaten. Namen van verloofdes zoemden rond. Maurits, zoon van prinses Margriet, was de eerste, die in 1998 trouwde. En daarna volgden geleidelijk aan de anderen. Bij Willem-Alexander vergde ook de schoonvader nog de nodige aandacht. Daarnaast was er de ziekte van prins Claus en zijn overlijden in 2002 en daarna de begrafenissen van prinses Juliana en prins Bernard. Wat later volgden de eerste kleinkinderen.” 

Terughoudend

"In het gewone werkoverleg op maandagochtend moest ik uiterst terughoudend zijn over het Koninklijk Huis. Iedereen wilde natuurlijk als eerste het naadje van de kous weten. Maar ik kon me niet permitteren ook maar iets te zeggen, ook thuis niet. Als iemand uit mijn omgeving zich wat uit de mond zou laten vallen dan ik zou als bron worden aangewezen.”

"Heb veel aan Gerard van der Wulp en later ook aan Henk Brons kunnen overlaten. Ik kwam wel in de Broodjeslunch en de VoRa, maar zij hielden zich daar in het bijzonder mee bezig. Met Gerard wisselde ik ook de ministerraad af. De uitvoering van de aanbevelingen van “Twijnstra & Gudde” en “Wallage” werd in belangrijke mate door hen gedaan. Wie op zijn collega’s vertrouwt, houdt het lang vol.”

“Vind nog steeds dat bewindslieden niet in programma’s als Barend & van Dorp moeten komen. Je weet niet wie er verder komen, daar word je vaak op het laatste moment over geïnformeerd. De presentatoren zijn erop uit snelle juichmomenten te halen. Je wordt soms genaaid en daar werk je dan zelf nog aan mee.”

 

 

Verslag van een gesprek met Eef Brouwers, Hoofddirecteur / Directeur-generaal RVD (1995-2004)ten behoeve van 'De moeizame slag om het publiek vertrouwen'

 Jeroen Sprenger

Amsterdam,  januari 2015