De verkiezingscampagnes van 2012 kenmerken zich door de vele tv-debatten, de toegenomen rol van de talkshows en de professionalisering van de campagnes. Dit concluderen Philip van Praag en Kees Brants in ‘Media, Macht en Politiek’.
Van Praag en Brants leggen daarin de campagnes en de weerslag ervan in de media langs de meetlatten van medialogica, inhoudelijkheid, horse-race-berichtgeving, hoopla, popularisering en personalisering. Diederik Samsom is de uitblinker. ‘Hij hanteert een presidentiële stijl en ontwikkelt zich door het uitdragen van het “eerlijke verhaal” tot “primus inter pares”.’
Het onderzoek biedt een genuanceerd verhaal. De trend waarbij de inhoudelijkheid het loodje lijkt te leggen, zet niet door. Een derde van de berichtgeving is inhoudelijk en sinds 1998 iets toegenomen. De aandacht voor wie de grootste wordt, is gelijk gebleven, met wel een opmerkelijke verschil tussen kwaliteitskranten, die er meer aandacht aan besteden, terwijl de populaire media dat minder doen. Het randgebeuren wordt door de kranten steeds meer overgelaten aan de televisie. Zij concentreren zich op achtergrond en interpretatie. Conclusie Van Praag en Brants: ‘Ongerustheid over groei van infotainment is onnodig. Er is groei, maar binnen het genre blijft veel ruimte voor inhoud’.
Medialogica veronderstelt dat media politici een bepaald gedrag opdringen. Daarvoor is geen steun gevonden. Er is een machtsbalans tussen media en politieke partijen, waarbij het wispelturige publiek, waarmee beiden hebben te maken, een belangrijke rol speelt. Een kanttekening lijkt hierbij op zijn plaats. Is het geen uiting van medialogica dat RTL voor het ‘premiersdebat’ alleen lijsttrekkers van de grootste partijen uitnodigt, Emile Roemer (SP) er als kanshebber in gaat, er als verliezer uitkomt en er niet in slaagt die indruk af te schudden?
Drie zaken springen in het oog. Buiten de stemwijzers speelt internet geen rol. Mediaberichtgeving heeft nauwelijks invloed op het stemgedrag, de NRC ietsje meer dan GeenStijl. En de onderzoekers constateren een ‘professionalisering’ van de campagnes. Ook hier een kanttekening. De campagnestrategen hebben de onderzoekers geen volledige openheid gegund. Zo blijft onder meer onduidelijk wat er in focusgroepen wordt gevraagd en wat ermee wordt gedaan. De onderzoekers lijken hiermee het slachtoffer van een ‘frame’.
Het onderzoek verschijnt anderhalf jaar na de verkiezingen. Campagnestrategen en media zullen het niet los zien van latere ontwikkelingen. Zoals de vorming van een kabinet door partijen, die elkaar leken uit te sluiten, waarvan de ene leider dagelijks wordt herinnerd aan snel ingetrokken beloften, als € 1000, = voor iedereen, en de andere steeds wordt uitgedaagd ‘het eerlijke verhaal’ te vertellen over ingewikkelde coalitiebeslissingen. En de doorwerking ervan op de verkiezingen voor gemeenteraden en Europees Parlement. Ze zullen er bij de opzet van een nieuwe campagne rekening mee houden.
Philip van Praag en Kees Brants: Media, Macht en Politiek. Uitgever AMB, ISBN 9789079700660, 250 pagina’s, € 21,50
____________________________________________________
Eerder verschenen in Villamedia, 20 mei 2014