De medialogica en de mediacratie zijn onuitputtelijke onderwerpen van discussie. Met ‘Op tv of roemloos ten onder’ leveren de Vrij Nederland-journalisten Margalith Kleijwegt en Max van Weezel een leerzame bijdrage. Maar voor wie?
Televisie is als informatiebron niet meer weg te denken. Het duurt tot de jaren ’70 dat tv voor politici het medium is geworden om hun bekendheid te vergroten. De auteurs gunnen het kabinet-Den Uyl (1973-1977) de eer daarin de doorslag te hebben gegeven. Binnen de tijdsbesteding blijft de tijd voor informatieverwerving ongeveer gelijk. Maar sinds het begin van deze eeuw doen zich echter twee belangrijke verschuivingen voor.
Krantenlezen maakt plaats voor internet en social media. En binnen het tv-kijken verschuift de aandacht naar infotainment. Kleijwegt en Van Weezel beschrijven aan de hand van gesprekken met tal van oude en nieuwe betrokkenen de consequenties daarvan voor politiek en politici. Het zou jammer zijn als de titel ‘Op tv of roemloos ten onder’ bepalend wordt gezien voor de strekking van hun betoog. Zoals ‘medialogica’ en ‘mediacratie’ ten onrechte door menig politicus en voorlichter worden geïnterpreteerd als iets onontkoombaars, waar je je maar beter aan kunt onderwerpen.
Frits Wester betoogt uitvoerig hoe belangrijk televisie voor politici kan zijn. Maar wat is het succes van zijn benadering? De enige campagne die hij ooit heeft geleid, is geëindigd in een verlies van 20 zetels voor zijn CDA. Wie de moeite neemt de aandacht van tv voor politiek, in zijn geest, te leggen naast vertrouwen in politiek en opkomst bij verkiezingen, beseft dat alle bereidheid om mee te werken aan opzetjes van tv-journalisten geen zoden aan de dijk zetten.
Politici communiceren in infotainment-programma’s vooral met elkaar, zelden met burgers voor wie ze zeggen op te komen. Politici en hun voorlichters hebben meer aan de adviezen van de oude rotten die in het boek aan het woord komen, zoals Mies Bouwman, Koos Postema, Sonja Barend en Ton Planken (‘Je moet je niet laten afzeiken door Jeroen Pauw’). Hun boodschap is dat ‘het aanzien van het ambt’ moet worden gerespecteerd. Lodewijk Asscher blijkt dat te begrijpen.
Het is het goed recht van de media politieke berichtgeving ‘op te leuken’, maar dat betekent nog niet dat je je als politicus gedwongen moet voelen daaraan mee te doen. ‘De politiek moet de regie terugpakken’, voegen Kleijwegt en Van Weezel daar terecht aan toe.